VERORDENING (EG) Nr. 911/2009 VAN DE COMMISSIE
van 29 september 2009
tot verlening van een vergunning voor een nieuwe toepassing van het preparaat van Pediococcus acidilactici CNCM MA 18/5M als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor zalmachtigen en garnalen (vergunninghouder: Lallemand SAS)
(Voor de EER relevante tekst)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,
Gelet op Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name op artikel 9, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de verleningsgronden en -procedures, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003. |
(2) |
Overeenkomstig artikel 7 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 is een aanvraag voor een vergunning voor het in de bijlage bij deze verordening opgenomen preparaat ingediend. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste gegevens en documenten zijn bij de aanvraag verstrekt. |
(3) |
De aanvraag betreft de verlening van een vergunning voor een nieuwe toepassing van het preparaat van Pediococcus acidilactici CNCM MA 18/5M als toevoegingsmiddel in de categorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen” voor zalmachtigen en garnalen. |
(4) |
Voor het gebruik van dat preparaat van micro-organismen is een vergunning zonder tijdsbeperking verleend bij Verordening (EG) nr. 1200/2005 van de Commissie (2) voor mestkippen en bij Verordening (EG) nr. 2036/2005 van de Commissie (3) voor mestvarkens. |
(5) |
Er zijn nieuwe gegevens ingediend tot staving van de aanvraag van een vergunning voor zalmachtigen en garnalen. De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar adviezen van 1 april 2009 (4) geconcludeerd dat het preparaat van Pediococcus acidilactici CNCM MA 18/5M geen nadelige gevolgen voor de diergezondheid, de menselijke gezondheid of het milieu heeft en dat het gebruik van dat preparaat gunstige effecten kan hebben doordat het aantal goed ontwikkelde zalmachtigen wordt vergroot en de levensvatbaarheid en de groeiprestaties bij garnalen worden verbeterd. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig. Zij heeft ook het rapport over de analysemethode voor het toevoegingsmiddel geverifieerd dat door het bij Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde communautaire referentielaboratorium was ingediend. |
(6) |
Uit de beoordeling van het preparaat blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. Het gebruik van dat preparaat zoals omschreven in de bijlage bij deze verordening moet daarom worden toegestaan. |
(7) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Voor het in de bijlage beschreven preparaat, dat behoort tot de categorie „zoötechnische toevoegingsmiddelen” en de functionele groep „andere zoötechnische toevoegingmiddelen”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding verleend.
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 29 september 2009.
Voor de Commissie
Androulla VASSILIOU
Lid van de Commissie
(1) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.
(2) PB L 195 van 27.7.2005, blz. 6.
(3) PB L 328 van 15.12.2005, blz. 13.
(4) The EFSA Journal (2009) 1038, blz. 2, en 1037, blz. 1.
BIJLAGE
Identificatienummer van het toevoegingsmiddel |
Naam van de vergunninghouder |
Toevoegingsmiddel |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode |
Diersoort of -categorie |
Maximumleeftijd |
Minimumgehalte |
Maximumgehalte |
Overige bepalingen |
Einde van de vergunningsperiode |
||||||||||||||||
CFU/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % |
|||||||||||||||||||||||||
Categorie zoötechnische toevoegingsmiddelen. Functionele groep: andere zoötechnische toevoegingmiddelen (die de groei van de dieren gunstig beïnvloeden) |
|||||||||||||||||||||||||
4d1712 |
Lallemand SAS |
Pediococcus acidilactici CNCM MA 18/5M |
|
Zalmachtigen |
— |
3 × 109 |
— |
|
20.10.2019 |
||||||||||||||||
Garnalen |
1 × 109 |
(1) Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op het volgende adres van het communautaire referentielaboratorium: www.irmm.jrc.be/crl-feed-additives