UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2019/1965 VAN DE COMMISSIE
van 26 november 2019
tot verlening van een vergunning voor natriummolybdaatdihydraat als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor schapen
(Voor de EER relevante tekst)
DE EUROPESE COMMISSIE,
Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,
Gezien Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeding (1), en met name artikel 9, lid 2,
Overwegende hetgeen volgt:
(1) |
De verlening van vergunningen voor toevoegingsmiddelen voor diervoeding, met inbegrip van de vergunningsgronden en -procedures, is geregeld bij Verordening (EG) nr. 1831/2003. Artikel 10, lid 2, van die verordening voorziet in de herbeoordeling van toevoegingsmiddelen waarvoor een vergunning is verleend overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG van de Raad (2). |
(2) |
Overeenkomstig Richtlijn 70/524/EEG is een vergunning zonder tijdsbeperking verleend voor het gebruik van natriummolybdaat als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor alle diersoorten. Vervolgens is die stof overeenkomstig artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 als bestaand product opgenomen in het repertorium van toevoegingsmiddelen voor diervoeding. |
(3) |
Overeenkomstig artikel 10, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 in samenhang met artikel 7 van die verordening is een aanvraag ingediend voor de herbeoordeling van natriummolybdaatdihydraat als toevoegingsmiddel voor diervoeding voor schapen. |
(4) |
De aanvrager heeft gevraagd natriummolybdaatdihydraat in de categorie “nutritionele toevoegingsmiddelen” in te delen. De krachtens artikel 7, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vereiste gegevens en documenten waren bij de aanvraag gevoegd. |
(5) |
De Europese Autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) heeft in haar advies van 23 januari 2019 (3) geconcludeerd dat natriummolybdaatdihydraat onder de voorgestelde gebruiksvoorwaarden geen negatieve gevolgen voor de diergezondheid, de veiligheid van de consument of het milieu heeft. De EFSA heeft ook geconcludeerd dat het toevoegingsmiddel als irriterend voor de huid en de ogen wordt beschouwd. De Commissie is daarom van mening dat passende beschermende maatregelen moeten worden genomen om negatieve gevolgen voor de menselijke gezondheid — en met name de gezondheid van de gebruikers van het toevoegingsmiddel — te voorkomen. Bovendien heeft de EFSA geconcludeerd dat de toevoeging van molybdeen in diervoeding voor schapen met natriummolybdaatdihydraat als doeltreffend wordt beschouwd om een adequaat evenwicht met koper te garanderen, wanneer de koper-molybdeenverhouding in het voer tussen 3 en 10 ligt. Specifieke eisen voor monitoring na het in de handel brengen acht de EFSA niet nodig. De EFSA heeft ook de verslagen over de analysemethode voor de toevoegingsmiddelen voor diervoeding geverifieerd die door het uit hoofde van artikel 21 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 ingestelde referentielaboratorium zijn ingediend. |
(6) |
Uit de beoordeling van natriummolybdaatdihydraat blijkt dat aan de in artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1831/2003 vermelde voorwaarden voor de verlening van een vergunning is voldaan. |
(7) |
Aangezien er geen veiligheidsredenen zijn die de onmiddellijke toepassing van de wijzigingen van de vergunningsvoorwaarden voor de stof natriummolybdaatdihydraat vereisen, moet in een overgangsperiode worden voorzien waarin de belanghebbende partijen zich kunnen voorbereiden om aan de nieuwe vergunningsvoorwaarden te voldoen. |
(8) |
De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor planten, dieren, levensmiddelen en diervoeders, |
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verlening van een vergunning
Voor de in de bijlage gespecificeerde stof, die behoort tot de categorie “nutritionele toevoegingsmiddelen” en de functionele groep “verbindingen van sporenelementen”, wordt onder de in die bijlage vastgestelde voorwaarden een vergunning verleend voor gebruik als toevoegingsmiddel voor diervoeding.
Artikel 2
Overgangsmaatregelen
1. Natriummolybdaatdihydraat en voormengsels die die stof bevatten die vóór 18 juni 2020 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 18 december 2019 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput.
2. Voedermiddelen en mengvoeders die natriummolybdaatdihydraat bevatten en vóór 18 december 2020 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 18 december 2019 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput, als zij bestemd zijn voor voedselproducerende dieren.
3. Voedermiddelen en mengvoeders die natriummolybdaatdihydraat bevatten en vóór 18 december 2021 zijn geproduceerd en geëtiketteerd overeenkomstig de voorschriften die vóór 18 december 2019 van toepassing waren, mogen verder in de handel worden gebracht en worden gebruikt totdat de bestaande voorraden zijn uitgeput, als zij bestemd zijn voor niet-voedselproducerende dieren.
Artikel 3
Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, 26 november 2019.
Voor de Commissie
De voorzitter
Jean-Claude JUNCKER
(1) PB L 268 van 18.10.2003, blz. 29.
(2) Richtlijn 70/524/EEG van de Raad van 23 november 1970 betreffende toevoegingsmiddelen in de veevoeding (PB L 270 van 14.12.1970, blz. 1).
(3) EFSA Journal 2019;17(2):5606.
BIJLAGE
Identificatienummer van het toevoegingsmiddel |
Naam van de vergunninghouder |
Toevoegingsmiddel |
Samenstelling, chemische formule, beschrijving, analysemethode |
Diersoort of categorie |
Maximumleeftijd |
Minimumgehalte |
Maximumgehalte |
Andere bepalingen |
Einde van de vergunningsperiode |
||||||||||||
Gehalte van het element (Mo) in mg/kg volledig diervoeder met een vochtgehalte van 12 % |
|||||||||||||||||||||
Categorie nutritionele toevoegingsmiddelen. Functionele groep: verbindingen van sporenelementen. |
|||||||||||||||||||||
3b701 |
- |
Natriummolybdaatdihydraat |
Samenstelling van het toevoegingsmiddel: Natriummolybdaatdihydraat in poedervorm met een minimumgehalte van 37 % molybdeen. Karakterisering van de werkzame stof: Chemische formule: Na2MoO4. 2 H2O CAS-nummer: 10102-40-6 Analysemethoden (1): Voor de kwantificering van de totale hoeveelheid molybdeen in het toevoegingsmiddel voor diervoeding, voormengsels, voedermiddelen en mengvoeders:
Voor de kwantificering van de totale hoeveelheid natrium in het toevoegingsmiddel voor diervoeding:
|
Schapen |
- |
- |
2,5 (totaal) |
|
18.12.2029 |
(1) Nadere bijzonderheden over de analysemethoden zijn te vinden op de website van het referentielaboratorium: https://ec.europa.eu/jrc/eurl/feed-additives/evaluation-reports